|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inleiding Het werkwoord "zijn" is in het Nederlands zowel een hulpwerkwoord (hulpwerkwoord van tijd en hulpwerkwoord van de lijdende vorm) als een koppelwerkwoord. In het Djerma bestaat feitelijk alleen het koppelwerkwoord. Eerst wordt de theorie besproken, daarna volgt een toelichting met voorbeelden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het hulpwerkwoord "zijn" (theorie) De hulpwerkwoorden van tijd "zijn", "hebben" en "zullen bestaan als zodanig niet in het Djerma. Het hulpwerkwoord van tijd wordt in het Djerma aangegeven met partikels. In het Djerma worden partikels gebruikt voor de tijdsaanduiding, daar waar wij in het Nederlands het werkwoord zijn zouden kunnen gebruiken. De lijdende vorm komt in het Djerma niet voor. Daar waar in het Djerma de bedrijvende vorm wordt toegepast in combinatie met de derde persoon meervoud, kan en mag deze in sommige situaties het Nederlands vertaald worden met de leidende vorm. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het koppelwerkwoord "zijn" (theorie) Belangrijkste werkwoordsvormen Het koppelwerkwoord "zijn" heeft in het Djerma vele vormen. Dit werkwoord wordt meestal uitgedrukt in twee woorden, ofwel "go no" of "si no". "go no" is de stellende en "si no" de ontkennende vorm. Soms wordt de ontkennende vorm gemaakt met "manti". De woorden "go" en "no" kunnen zowel tezamen alsook apart gebruikt worden, de betekenis is dan wel verschillend. De werkwoordtijd De tijd van het werkwoord "zijn" in het Djerma moet vaak uit de context worden afgeleid. De verleden en toekomstige tijd van "go no" wordt regelmatig duidelijk gemaakt door de werkwoorden "ciya" (worden), "te" (maken) of "goro" (zitten) in combinatie met de bijbehorende tijdsindicatoren (partikels). Dit bovenop het gebruik van deze werkwoorden in hun eigenlijke betekenis. Speciale werkwoordsvormen
Als er een bijvoeglijke bepaling is in de zin
(die het onderwerp beschrijft) dan wordt meestal
het partikel "ga"
gebruikt om het onderwerp te verbinden met de
bijvoeglijke bepaling in plaats van het
werkwoord. Om meer nadruk te leggen "no"
kan worden toegevoegd na het bijvoeglijk
naamwoord. De combinatie "ya ... no"
is een speciale vorm van het werkwoord "zijn".
Indien het onderwerp in de zin gespecificeerd is
(hij is, zij zijn, etc.) en niet impliciet aanwezig is
dan komt het partikel "ya" na het
onderwerp. Het wordt gebruikt om bijvoorbeeld de herkomst of nationaliteit van iemand uit te drukken, de plaats waar iemand vandaan komt, of het beroep of bezigheid aan te geven.
De combinatie "ga ti" verbindt het onderwerp met het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde. Het is een koppelwerkwoord dat dezelfde functie heeft als "no" en het is hiermee ook volledig uitwisselbaar behalve wat betreft de plaats in de zin. Hoewel de officiële spelling "ga ti" is, wordt dit werkwoord door de Djerma's meestal als "kaci" uitgesproken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het hulpwerkwoord "zijn"
(voorbeelden) Hulpwerkwoord van tijd De hulpwerkwoorden van tijd "zijn", "hebben" en "zullen bestaan als zodanig niet in het Djerma. Het feitenoverzicht "vervoegingen van werkwoorden" geeft de partikels die gebruikt worden voor de tijdsaanduiding. In het Nederlands speelt het werkwoord "zijn" en rol bij de voltooide tijd en de duurvorm. De voltooide tijd Het Djerma kent geen onderscheid tussen de onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) en de voltooide tijd (v.t.t. en v.v.t.). In de aantonende wijs kan een Djerma werkwoord slecht twee dingen laten zien, namelijk of een actie voltooid is of niet. De zin "ay kaŋ" kan dus betekenen: ik viel, ik ben gevallen en ik was gevallen. In de lessen 1D.5, 2.C.2 en 8.D.1. wordt de "voltooide" tijd besproken. Enige voorbeelden zijn hieronder gegeven.
Het Djerma kent net als het Engels de duurvorm die grofweg aangeeft dat iets op het moment van spreken plaats vindt. Dit wordt besproken in Les 5.D.3 (tegenwoordige tijd) en in Les 15.C.2 (verleden tijd). Enige voorbeelden zijn hieronder gegeven.
Strikt genomen is er in het Djerma geen
lijdende vorm. Het idee van de passieve vorm
kan in het Djerma gerealiseerd worden door
de derde persoon meervoud "i" te gebruiken
als het onderwerp. Dit is vergelijkbaar met
het gebruik van "men" in het Nederlands,
zoals in "men zei dat ...". Enkele
voorbeelden zijn gegeven in onderstaande
tabel. Voor meer voorbeelden wordt verwezen
naar
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het koppelwerkwoord "zijn"
(voorbeelden) De volgende vormen van het koppelwerkwoord "zijn" worden hieronder toegelicht met voorbeelden:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GO en GO NO "go no" wordt gebruikt om het absolute bestaan tot uitdrukking te brengen, het lijkt sterk of het Franse "il y a".
Voorbeelden "go" wordt gebruikt tussen het onderwerp en het naamwoordelijk gezegde om een plaats aan te duiden.
Opmerking: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GO NO verleden en toekomende tijd
Aangezien "go no" geen tijdsindicator (partikel) heeft, kan in de context mogelijk helderheid verschaffen. Voor de verleden en toekomende tijd van het werkwoord "zijn"geldt dat deze tijd met behulp van de werkwoorden "ciya" (worden), "te" (maken) of "goro" (zitten) in combinatie met de bijbehorende partikels. Dit bovenop het gebruik van deze werkwoorden in hun eigenlijke betekenis (zie Les 22.C.5).
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NO
"no" met
naamwoordelijk gezegde
Met een naamwoordelijk gezegde is "no" vergelijkbaar met het Franse "c'est" en "ce
sont". Er is geen onderwerp nodig als het duidelijk is dat het de derde persoon betreft. Indien het onderwerp van dit werkwoord "no"
wel aanwezig is, dan is er een speciaal
partikel. De hier besproken vorm van het werkwoord "zijn" wordt vaak aan het eind van een zin gezet om meer nadruk te leggen.
Het naamwoordelijk gezegde is een persoonlijk voornaamwoord Indien het naamwoordelijk gezegde een persoonlijk voornaamwoord is, dan wordt dezelfde constructie gebruikt als hierboven. In geval van de derde persoon worden bij de voornaamwoorden, in combinatie met het werkwoord, de lange vormen gebruikt.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GA en NO
Als er een bijvoeglijke bepaling is in de zin
(die het onderwerp beschrijft) dan wordt meestal
het partikel "ga"
gebruikt om het onderwerp te verbinden
met de bijvoeglijke bepaling in plaats
van het werkwoord. In de Nederlandse
vertaling staat op deze plaats een
vervoeging van het werkwoord "zijn". Om
meer nadruk te leggen "no"
kan worden toegevoegd na het bijvoeglijk
naamwoord.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
YA ... NO (WO ... NO) Algemeen De combinatie "ya ... no" is een speciale vorm van dit werkwoord die nog niet behandeld is. Deze vorm wordt gebruikt als het onderwerp in de zin gespecificeerd is (hij is, zij zijn, etc.) en niet impliciet aanwezig is. Het wordt gebruikt om bijvoorbeeld de herkomst of nationaliteit van iemand uit te drukken, de plaats waar iemand vandaan komt, of het beroep of bezigheid aan te geven. De korte vorm van de derde persoon enkelvoud en meervoud, "a" and "i", worden niet gebruikt in combinatie met "ya ... no", bij deze constructie worden alleen de lange vormen "nga" en "ngey" gebruikt. Opmerking:
In bepaalde streken kan men ook de uitdrukking "wo .. no" horen, in plaats van
Nationaliteit Om uw nationaliteit of herkomst of die van iemand anders aan te geven, zijn er twee manieren. U kunt zeggen "Hij is Nederlands" of "Hij is een Nederlander". Dit is in het Djerma vergelijkbaar.
* De korte vorm van de derde persoon enkelvoud en meervoud, "a" and "i", worden niet gebruikt in combinatie met "ya ... no".
Om iemand te vertellen uit welke plaats u afkomstig bent, gebruikt u eveneens "ya ... no", in dit geval in combinatie met de naam van de plaats waar u vandaan komt.:
* het onbepaald meervoud van de zelfstandige naamwoorden wordt behandeld in Les 12.
Tot slot, de vorm "ya ... no" van het werkwoord "zijn" kunt u ook gebruiken om te vertellen wat uw beroep is of bezigheid: "Ay ya (beroep/bezigheid) no".
De vorm "ya ... no" is onveranderlijk en kan gebruikt worden voor de bevestigende of vragende vorm van een zin.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GA TI Het Djerma werkwoord "ga ti" kan vertaald worden met de tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord "zijn". Het verbindt het onderwerp met het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde. Het is een koppelwerkwoord dat dezelfde functie heeft als "no" en het is hiermee ook volledig uitwisselbaar behalve wat betreft de plaats in de zin. Hoewel de officiële spelling "ga ti" is, wordt dit werkwoord door de Djerma's meestal als "kaci" uitgesproken.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontkennende vormen van "GO NO", "GO" en "NO" De ontkennende vorm wordt soms gemaakt met "si" en andere keren door "manti" te gebruiken. si no Om het absolute bestaan uit te drukken wordt in de stellende trap (positief) de vorm "go no" gebruikt (Frans "il y a"). De zin wordt ontkennend gemaakt door dit te vervangen door "si no".
De vorm "go" wordt gebruikt om aan te geven waar iets zich bevind. Het staat tussen het onderwerp en het naamwoordelijk gezegde. De ontkennende vorm maakt men door "go" te vervangen door "si".
Indien in de stellende trap de vorm "no" wordt gebruikt met een naamwoordelijk gezegde (het Franse "c'est" en "ce sont") of als het naamwoordelijk gezegde een zelfstandig naamwoord is, dan wordt de zin ontkennend gemaakt door "manti" toe te voegen in plaats van "si".
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontkennende vorm van GA Als er een bijvoeglijke bepaling is in de zin (die het onderwerp beschrijft) dan wordt meestal het partikel "ga" gebruikt om het onderwerp te verbinden met de bijvoeglijke bepaling in plaats van het werkwoord. In de Nederlandse vertaling staat op deze plaats een vervoeging van het werkwoord "zijn". De ontkennende vorm van "ga" is "si".
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontkennende vorm van "YA ... NO" Als het onderwerp in de zin gespecificeerd is (hij is, zij zijn, etc.) en niet impliciet aanwezig is dan wordt de vorm "ya .. no" gebruikt in de stellende trap. De ontkennende vorm van de zin met "ya ... no" wordt gevormd door "manti" toe te voegen direct na de "ya". Sommige mensen gebruiken een verkorte vorm zonder "ya".
Voorbeelden |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||