De Djerma werkwoorden worden niet zoals in het Nederlands vervoegd. Men kent geen uitgangen van vervoeging. Het werkwoord blijft onveranderd, ongeacht of het onderwerp enkel of meervoud is en ongeacht de tijd. Ons idee van werkwoordtijden en de wijze waarop hier in het Djerma tegen aangekeken wordt, zijn duidelijk verschillend. Het feitelijk idee van de tijd zal regelmatig eerder afgeleid kunnen worden uit de
context dan uit de werkwoordsvorm, hoewel als er een werkwoordpartikel in de zin voorkomt kan dit een aanwijzing geven van de tijd. In de aantonende wijs kan een Djerma werkwoord slecht twee dingen laten zien, namelijk of een actie voltooid is of onvoltooid.
Opmerkingen:
- De werkwoorden "zijn" en "hebben" zullen behandeld worden in een apart feitenoverzicht.
- Onregelmatige werkwoorden, met betrekking tot de zinsbouw, worden hier behandeld.
Voltooide tijd
Een Djerma werkwoord zonder partikel (hulpwoord bij het werkwoord) is in de verleden (voltooide) tijd en in de stellende trap (positief), zie
Les 1.D.5. Als de zin in de verleden tijd staat en er komt een lijdend voorwerp in voor, en dit lijdend voorwerp gaat vooraf aan het werkwoord, dan wordt het onderwerp en het lijdend voorwerp gescheiden door het partikel "na", zie
Les 2.C.2.
De onkennende vorm (negatief) vormt men door het partikel "mana" na het onderwerp te plaatsen. Dit is de plaats in de zin waar een partikel normaler wijs staat, of er nu wel of geen lijdend voorwerp voorkomt in de zin, zie
Les 8.D.1.
Onvoltooide tijd
De tegenwoordige en toekomende tijd kennen in het Djerma hetzelfde partikel, zie
Les 3.D.2.
Dit is het partikel "ga". Net als in het
Engels wordt een onderscheid gemaakt tussen
'gewoonte' of zich herhalende acties (het
Engelse present simple)
en een duurvorm (het Engelse
present continuous),
Les 5.D.3. Het partikel "ga" wordt alleen gebruikt in geval van gewoonte of herhaling.
De onkennende vorm van de zin in de onvoltooide tijd wordt gemaakt door het partikel van ontkenning "si" te gebruiken in plaats van "ga". Merk op dat voor de tegenwoordige tijd het moet gaan om de actuele tegenwoordige tijd, en niet een huidige toestand gebaseerd op een actie in het verleden, zie
Les 8.D.2.
Duurvorm
De duurvorm (continuous) in de stellende trap vormt men met het partikel "go no ga" plus het werkwoord, dit kan zowel heden als verleden zijn. Het geeft uitdrukking aan het idee van het in actie zijn. Het partikel "go ga" geeft eveneens dit idee weer. Dit laatste partikel kan soms ook het idee weergeven dat men net begonnen is met de actie. In het algemeen zijn beide partikels echter uitwisselbaar om het idee van een lopende actie weer te geven, zie
Les 5.D.3. and 15.C.1.
De onkennende duurvorm gebruikt het partikel "si no ga" of het partikel "si ga" plus het werkwoord, zie Les 10.C.3.
Een actie die op het punt staat te beginnen of het idee van "op het punt staan om" kan men uitdrukken in het Djerma door het partikel "ga ba
ga" te gebruiken voorafgaande aan het werkwoord.
Bij de werkwoorden "kaa" en "koy" wordt dit effect bereikt door de partikels "go" of "go no" voor werkwoord te zetten. Het partikel "go no" mag ook gesplitst worden, waarbij het eerste deel voor het werkwoord staat en het tweede erna. Dit is krachtiger.
Aanvoegende wijs
In Djerma wordt de aanvoegende wijs gevormd met het partikel "ma" op de plaatst waar normaal een partikel staat. Dit laat geen actie zien, maar geeft een mogelijke actie weer, zie
Les 10.D.1.
De aanvoegende wijs wordt niet gebruikt in voorwaardelijk zinnen, maar in zinnen in de aantonende wijs, zie
Les 10.D.2.
Gebiedende wijs
Het partikel "ma" wordt ook gebruikt om een gebiedende wijs te vormen. De gebiedende wijs kan gebruikt worden bij de tweede en derde persoon enkelvoud en bij de meervoudsvormen van het persoonlijk voornaamwoord. Soms wordt het partikel "wa" gebruikt in plaats van "ma", zie
Les 11.D.2. |